De mooiste, de snelste, de beste, de leukste, de meest bijzondere. Zondag 5 november liep ik de marathon op Terschelling: de Berenloop. En het was onvergetelijk! Het was de afsluiting van een bijzonder half jaar. Ik viel elf kilo af, leerde mezelf beter kennen en mijn grenzen verleggen. Na mijn 4.10 uur in Wenen in 2014 liep ik nog verschillende marathons, maar nooit meer zo snel als toen. Een snelle tijd of PR is echt niet altijd het belangrijkste, maar ik verloor de afgelopen jaren het plezier in hardlopen. Ik werd langzamer en langzamer. Sinds 2014 had ik er zo’n twaalf kilo aan gevreten en dat begon zich te wreken. Toen ik in april in Dusseldorf 4.33.12 uur liep wist ik het zeker. Dit wilde ik niet meer! Hier beleefde ik geen lol meer aan. In mei ging de knop om. Ik ging afvallen en ik ging mezelf verder uitdagen op hardloopgebied. Onder meer door het lopen van trails.
Wat heb ik te verliezen?
Ik voelde me zondag heel sterk toen ik aan de start stond van de Berenloop. Het zou zwaar worden (want strand en grote kans op wind en wellicht regen), maar wat had ik te verliezen? Ik zat lekker in mijn vel, had het idee dat ik die 42,195 kilometer met gemak aankon en had er zin in. Ik had een heel plan uitgestippeld. Mijn valkuil is dat ik altijd te snel start. De opdracht aan mezelf: 5.55 tot 6.00 minuut/kilometer lopen tot minstens de halve marathon. Daarna zou ik wel verder zien. Als ik het maar tot het strand (bij 33 kilometer) onder controle kon houden, dan zou het wel goed komen.
Genieten van Terschelling
De eerste kilometers vlogen voorbij. Ik moest mezelf regelmatig afremmen. Hoe verleidelijk het ook was, versnellen zat er niet in. Hou je aan je plan! Omdat het zo lekker ging hield ik 5.55 minuut/kilometer aan. Links en rechts werd ik ingehaald en ik had het idee dat ik steeds meer achterin het veld terechtkwam. Tijd voor wat afleiding: lekker om me heen kijken en genieten van de natuur van Terschelling. Het was onderweg zo mooi en ik heb volop genoten. Her en der begon ik wat met lopers te praten en met de meefietsende supporters. Een en al gezelligheid!
Strand en wind tegen
De kilometers tikten weg. Onder aanmoediging van enthousiaste vrijwilligers kwam ik stapje voor stapje dichter bij de finish. Na een verfrissende hagelbui kwam ik uiteindelijk bij de opgang van het strand. Nu kon het echte werk beginnen! Even omhoog, daarna afdalen en hup op het strand. Pff, dat viel best tegen. Weg tempo, weg loophouding. Ineengedoken en de wind trotserend begon ik aan mijn eerste kilometer. Ik had me laten vertellen dat het drie kilometer zou zijn, dus had nog even te gaan. Uiteindelijk bleken het er maar 2,5 te zijn en kon ik al vrij snel weer richting het fietspad.
Meefietsende supporter
Het kostte de nodige moeite om weer iets van een loopritme terug te vinden. Naast mij fietste een man. Hoewel ik het wel zwaarder kreeg, was er nog energie genoeg om een praatje aan te knopen. Hij fietste naast mij om mij uit de wind te houden. Zijn vriend liep voor mij en had al twee supporters. Daarom bleef hij bij mij. Hoe fijn was het om iemand naast me te hebben met wie ik lekker kon praten en die mij ook nog eens vertelde dat ik nog steeds een goed tempo had en dat het echt vanzelf leek te gaan. Ondertussen haalde ik nog wat mensen in en voor ik het wist waren we alweer aan de rand van West-Terschelling.
Juichend publiek
De fietser nam afscheid van me nadat hij me naar mijn naam en startnummer had gevraagd. Natuurlijk ging het onderweg ook over mijn tijd en of ik mijn PR zou verbreken. Hij had er alle vertrouwen in en wilde dat in de uitslagen checken. Hoe bijzonder was het om een kilometer voor het einde je naam te horen. Onder aanmoediging van de speaker en toeschouwers werd het tijd voor een laatste sprintje. Bochtjes, bochtjes, bochtjes tot ik met nog twee bochten voor de boeg werd opgetild door het publiek. Wat stonden er veel mensen te juichen en schreeuwen. Alsof ik de eerste loper was die langskom en kans maakte op de gouden medaille! Ik kreeg vleugels en met een brede grijns van oor tot oor, liep ik zo hard als ik kon naar de finish. De laatste tien meter zag ik op de klok de tijd en realiseerde me dat het me gelukt was! Een PR: 4.08.38!
Alles onder controle
Medaille om, poncho aan, bouillon en T-shirt regelen en als een kip zonder kip in het finishgebied rondlopen. That’s me. Ik kon het allemaal nog niet heel erg goed bevatten. Ik had net een marathon gelopen, maar was niet kapot gegaan! Van kilometer 1 tot en met 42 heb ik gerend en had ik het onder controle. Zo hoort een marathon te zijn! De dagen na de marathon heb ik nauwelijks spierpijn gehad. Ik heb meer last van een verkoudheid dan van de spieren. En nu? Op naar het volgende doel: de Great Wall Marathon in mei 2018. Dat betekent vanaf nu meer bootcampen en trailen om me optimaal voor te bereiden op de 5400 treden van de Chinese Muur. Nieuwe grenzen opzoeken en kijken tot hoever mijn lichaam mij draagt. Wetende dat ik sowieso 32 kilometer op 5.55 minuut/kilometer kan lopen, brengt dat mij ook dichter bij mijn andere doel om ooit de 60 van Texel te lopen. Er ligt nu een mooie basis en tot 2019 heb ik de tijd om dit verder uit te bouwen. Dus wie weet!