Ik ga het doen. In mijn bio op Instagram noem ik het ‘mijn ultieme hardloopdroom’. Hoewel dat eigenlijk achterhaald is (want ondertussen zo veel andere gave uitdagingen op mijn bucketlist gezet), blijft wel staan dat de afstand een behoorlijke mijlpaal is. Ik ga … 115 kilometer lopen. Op zaterdag 2 oktober, het Petranpad.
Over de magische grens
Zo, het hoge woord is eruit. Jarenlang was de 100 kilometer een magische grens waar ik in alle rust naartoe wilde werken. Eerst eens wat vijftigers en zestigers lopen, dan wellicht eens een tachtiger en misschien was het dan wel tijd voor de honderd. Door corona waren er geen georganiseerde loopjes en dat betekende voor mij ook weinig langere afstanden. Ik kan prima zelf tot een kilometer of veertig lopen, maar voor langere afstanden werk ik graag naar een loopevenement toe. Maar drie keer op rij ging een ultra niet door. Dus over op plan B. Skip het idee dat ik rustig naar de 100 kilometer wil werken en waag de sprong.
Kansen grijpen
Corona heeft mij wel geleerd dat je je kansen moet grijpen. Voor je het weet ben je twee jaar verder zonder ultra. Daarnaast vind ik ook teveel evenementen leuk en ben ik net een stuiterbal die van het ene naar het andere loopje gaat. Een paar maanden geleden bedacht ik dat als ik een 100 kilometer wilde lopen ik het eigenlijk nu moest doen. Want: geen FOMO omdat loopjes waar ik eigenlijk aan mee wil doen niet in mijn trainingsschema passen. Daarnaast wilde ik ook met een groep trainen richting een 100 kilometer en dat kon via Continu2Ultra met Cor en Geraldine. Alles viel dus mooi samen en op 31 mei beginnen mijn vier maanden van voorbereiding. Ik vind het retespannend. Hoe dan, 115 kilometer? Hoe krijg ik dat gedaan?
Accepteren en anticiperen
Ik weet nog dat ik in 2018 meedeed aan de Great Wall Marathon. Alsof een marathon lopen in China (ook qua klimaat) al geen belevenis genoeg was, kende de marathon ook nog 5.164 traptreden. Ik had van tevoren helemaal de race ingedeeld en bepaald hoe lang ik over welk stuk kon doen om de tijdlimiet te halen. Zo bang om de race niet uit te mogen lopen! Uiteindelijk was het één groot onvergetelijk feest, paniek om niets en als toetje bleek ik de volgende dag 0,0 spierpijn te hebben. Zelfs de urenlange busrit terug na de race had geen effect op mijn benen. Daar is denk ik voorzichtig het zaadje geplant voor trailrunning. Het accepteren van en anticiperen op het terrein en niet als een malle rennen om zo snel mogelijk bij de finish te zijn.
Tijd zal het leren
Drie jaar na China heb ik dus weer de ‘kriebels’ en de onzekerheden. Dit keer voor een afstand die bijna drie keer zo lang is. Hoe krijg ik hoofd en lijf zo ver dat ik in maximaal 20 uur deze afstand afleg? Hoe zorg ik dat ik voldoende eet en drink? Dat ik mijn ene been voor de andere blijf zetten? Kan mijn lijf het aan? Ga ik het leuk vinden? Of is het eens maar nooit weer? Tijd zal het leren. Ik heb altijd gezegd dat ik wil zien tot hoever ik kan gaan. Tot dusver is het me gelukt tot 66 kilometer. Tijd voor de volgende (grote) stap! De komende maanden deel ik mijn voorbereidingen met jullie.
Op de hoogte blijven van mijn hardloopavonturen? Volg mij dan op Instagram of Strava.