Wat had ik dit gemist! Stijgen, dalen, technisch terrein, fantastische natuur, een stralende dag, waterpassages, banjeren door de drek. En nog zo veel meer. De GTLC (Grand Trail des Lacs et Châteaux) vanuit Ovifat was weer de eerste ‘krachtproef’ sinds een eeuwigheid (gevoelsmatig). Van tevoren was ik wel een beetje zenuwachtig, want 43 kilometer en 1700D+ (volgens de website), maar het was een 7,5 uur durend trailfeestje.
Zenuwen voor de start
In België kreeg ik afgelopen weekend een voorproefje van wat hopelijk vanaf juli ook weer in eigen land kan: deelnemen aan trailevents. Hoewel ik me in de tijd dat er geen events werden georganiseerd best heb vermaakt met onder meer de Duivelse Uitdaging en de Viking Waypoint Challenge, was ik zo toe aan even niet zelf een route hoeven maken (hoewel dat eigenlijk altijd voor me werd gedaan… thanks Hans!), andere trailers ontmoeten, naar het buitenland om hoogtemeters te maken en mezelf onder te dompelen in het landschap daar.
Maar man oh man, wat was ik op de ochtend van de trail zenuwachtig. Geen idee waarom. Het was niet dat ik me moest kwalificeren voor de Olympische Spelen of ging strijden om een podiumplek. Ik denk dat het echt weer even wennen is. Kan ik het wel? Verkijk ik me niet op de hoogtemeters? Vanwege corona werd er gespreid gestart. Dat scheelde ook enorm bij het ophalen van het startnummer en de tracker. Zelfs voor de 43 kilometer had de organisatie een ‘paklijst’ opgesteld en mijn racevest werd ook daadwerkelijk gecontroleerd. Tracker vasttapen, startnummer opspelden, nog een laatste keer (en nog een laatste keer, nu echt!) naar de dixie en toen was het tijd om te starten.
Voeten afkoelen tijdens de waterpassage
Trois, deux, un. And go! Skihelling af en van het parcours af. Ja, binnen een paar honderd meter verkeerd lopen. Ik kan het. Hans zag mij gaan en vroeg zich toch gelijk af of dit wel goed zou komen. De eerste kilometers waren fantastisch. Ik had besloten om rustig te starten, want de dag na de GTLC startte ook het trainingsschema voor het Petranpad. Na ongeveer 5 kilometer een hele venijnige klim waarbij je zo dicht mogelijk bij de grond moest blijven. Achterover leunen zou een achterwaartse koprol naar beneden betekenen … Het was een klein beetje eng, maar wie mij kent weet dat ik al snel iets eng vind. De kilometers volgden elkaar rap op. Het was een fantastisch gevarieerd terrein, maar het vergde wel de nodige concentratie. Na 20 kilometer de verversingspost. Hier stond Hans op me te wachten en kletste ik even kort met hem. Daarna weer door. Bij 25 kilometer een wateroversteek en konden mijn voeten even lekker afkoelen! Zo fijn! Een kleine kilometer later maakte ik me op voor een eindeloze klim (zo leek het). Rustig omhoog wandelen met de stokken, rechtop blijven en ik kwam boven. Even van het uitzicht genieten, lachen om de smiley die de organisatie op het pad had gespoten als teken dat we nu echt boven waren, en door. Het was warm! Maar lopen met een strakblauwe lucht maakte het ook wel weer heel mooi. Bij de volgende wateroversteek heb ik even iets langer de tijd genomen om te genieten van het koele water langs mijn voeten en benen.
Verheugen op cola
Zo rond 30 kilometer zou ik Hans weer zien. Wel een fijn idee om zo de race in stukken te kunnen knippen. Ik kreeg een blikje cola van hem, we wandelden samen een stukje en toen ging ik weer solo verder. Niet voordat Hans me had verteld dat hij had gehoord dat het laatste stuk nog best zwaar zou zijn… We hadden afgesproken elkaar bij 39 kilometer weer te treffen. Het terrein werd inderdaad wat minder renbaar, maar ik vermaakte me nog prima. Klauteren over rotsen en boomwortels, wankele vlondertjes etc. Wetende dat ik Hans zou zien, was ik mijn drinken aan het opdrinken en verheugde ik me heel erg op cola. Bij 39 alleen geen Hans te zien, bij 40 ook nog steeds niets. Een telefoontje leerde dat hij ergens bij kilometer 36 zat te wachten. Zucht … Dan maar doorlopen. Die laatste paar kilometers ging dan nog wel lukken. Met nog een paar honderd meter te gaan maakte ik me op voor een laatste klim de skihelling op. Ik had heel stoer willen rennen, maar zag er toch maar van af. Het was mooi geweest.
Volgend jaar weer
Wat een ontzettend gave trail. En wat fijn om weer in het buitenland te lopen! Voor volgend jaar staat de trail alweer in de agenda. Naast de 43 kilometer is er ook een 85 en 160. Ergens in mijn achterhoofd klinkt een stemmetje die neigt naar de 85 kilometer… Dit ging zo lekker en the day after had ik weliswaar wel wat stramme benen, maar weer een dag later was er weinig meer te merken van mijn inspanning.
Op de hoogte blijven van mijn hardloopavonturen? Volg mij dan op Instagram of Strava.