Soms vallen werk en hobby mooi samen. Onlangs mocht ik voor de huis-aan-huiskrant Arnhemse Koerier Saakje Vissser interviewen over haar boek Saakje's Zoete Bakboek. Hoe leuk is het om met een stadsgenoot te praten over bakken en het maken van een eigen kookboek. Naast een deel uit het interview mag ik Saakje's recept voor oranjekoek met jullie delen. Niet alleen één van mijn favorieten, maar ook van Saakje.

Van niets iets maken

“Het mooiste van bakken is dat je van niets iets maakt,” vertelt Saakje me. Begin mei verscheen haar eerste kookboek Saakje’s Zoete Bakboek met daarin meer dan honderd recepten. Het idee voor het boek ontstond ongeveer een jaar geleden. Het is een boek geworden met veel recepten, tips en boodschappenlijstjes voor iedere gelegenheid. Arnhemmers kennen Saakje ongetwijfeld van de Bakbarwinkel in het Modekwartier. Ook is ze regelmatig te zien als bakmeisje bij Koffietijd op RTL4. “Maar ik doe ook veel catering en ga door het land met mijn mobiele Bakbar en sinds kort ook de Koekbar.”


Taart is een feestje

De van oorsprong Friese Saakje studeerde af aan de Kunstacademie. Inmiddels is ze dagelijks bezig met bakken en geeft ze toe: “Ik eet elke dag wel taart. Taart is een feestje!” Wat haar lievelingstaart is verschilt per dag en hangt er onder meer van af hoe ze zich voelt. “De ene keer kan ik heel veel zin hebben in een taart met bijvoorbeeld mascarpone en de andere keer heb ik iets troostends nodig en eet ik liever karamel en chocolade.” Voor Saakje’s Zoete Bakboek maakte ze maar liefst ruim honderd baksels. “Het is eigenlijk een soort basisboek geworden met hier en daar wel een gekke uitspatting.”


Koekjes, zoete broodjes en taart

Het boek bestaat uit zes hoofdstukken die variëren van koekjes tot zoete broodjes. “Ook staan er in het boek recepten voor vier zoete tafels voor bijvoorbeeld een kinderfeestje, picknick of bruiloft. Tot slot geef ik allerlei tips, bijvoorbeeld wat je wel en niet in de vriezer kunt stoppen en wanneer je met welke voorbereidingen moet beginnen.” Voor de toekomst heeft de Arnhemse genoeg plannen. “Zo wil ik bijvoorbeeld ooit nog een productlijn rondom bakken maken.”


Friese oranjekoek

Over de oranjekoek: “Als echte Fries kan ik onmogelijk een bakboek maken zonder het recept voor oranjekoek; een stevige, kruidige koek met amandelspijs ertussen. Gek genoeg heeft hij een roze bovenkant in plaats van oranje, zoals je zou verwachten door de naam. Dit is zeker één van mijn favorieten uit het boek!”

En dan nu aan de slag! Maak er iets lekkers van.

Oranjekoek


Ongeveer 16 stukken
Benodigdheden: bakblik 22 x 22 cm

Ingrediënten
Voor het deeg
350 gram bloem

200 gram lichtbruine basterdsuiker
1 theelepel bakpoeder

30 gram boter

1 ei

50-75 ml water

2 theelepels anijszaadjes

1 theelepel nootmuskaat

rasp van 1 sinaasappel

snuf zout

Voor het spijs

150 gram gemalen amandelen
150 gram kristalsuiker

1 ei

sap van ½ citroen

Voor de bovenkant

1 eetlepels bessensap

100 gram poedersuiker
opgeklopte slagroom met suiker

Versiering

gekonfijte sinaasappelschil 

Bereidingswijze
Bekleed de bakvorm met bakpapier. Als je de vorm van tevoren licht invet, dan verschuift het papier minder.
Maak een samenhangend deeg door alle ingrediënten voor het deeg door elkaar te mengen. Dit kan goed met een staande mixer en anders maak je het begin met een handmixer en kneed het vervolgens door met de hand.
Het deeg is wat plakkerig, maar dat hoort erbij.
Verpak het deeg in plasticfolie in en leg het in de koelkast.

Maak ondertussen het amandelspijs door de gemalen amandelen te mengen met de suiker, ei en het citroensap.
Als je er de tijd voor hebt, zou ik het spijs een dag eerder maken, dan is het beter van smaak.

Verwarm de oven voor op 165 °C.
Verdeel het deeg in twee stukken.
Bestuif het aanrecht met een beetje bloem en rol de helft van het deeg uit tot de grootte van de bakvorm.
Bedek de bodem van de bakvorm met de deegplak en verdeel het amandelspijs hier overheen. Rol nu ook de andere helft van het deeg uit, leg dit voorzichtig op de spijslaag en druk het een beetje aan.
Probeer de koek zo vlak mogelijk te krijgen, zodat je het glazuur er straks netjes op kunt smeren. Bak de koek in 30 minuten gaar.
Laat je niet verleiden om de koek langer in de oven te laten staan, omdat hij nog niet is verkleurd. De bovenkant blijft vrij bleek.
 

Maak nu het glazuur.
Roer het bessensap samen met de poedersuiker door elkaar.
In het begin lijkt de hoeveelheid poedersuiker waarschijnlijk te veel om er een mooi glazuur van te maken, maar als je het goed
mengt, komt het goed.
Het glazuur mag niet te dun zijn, omdat het dan transparant opdroogt.
Smeer het glazuur met een paletmes over de koek, verdeel het netjes en laat het opdrogen.
 

Als de koek goed is afgekoeld en het glazuur is opgedroogd, kun je beginnen met versieren met toefjes slagroom.
Zelf leg ik er vaak wat gekonfijte sinaasappelschillen op.
Snijd de koek in 16 mooie stukken.
Eventueel kun je de randen wegsnijden, zodat de koek er mooi strak uitziet. En zodat je zelf even kunt voorproeven, natuurlijk.

Foto: Masha Bakker-Matijevic